Corona Vaccin
Als er een vaccin is tegen corona willen 6 op de 10 dat hebben, de rest is
huiverig
08-07-2020
Auteur: Petra
Klapwijk
Een op de zes (18
procent) wil geen inenting tegen corona
Bron: ANP
Als er een vaccin
tegen het coronavirus is, wil een meerderheid zich laten inenten.
Dat blijkt uit
onderzoek van EenVandaag onder 35.000 mensen.
Maar vier van de
tien zien dit (nog) niet zitten vanwege de risico's.
Vooral jonge mensen
zijn terughoudend.
In het onderzoek
geven zes van de tien ondervraagden (59 procent) aan dat ze zich willen zich
laten vaccineren wanneer er een goed vaccin beschikbaar is.
Een op de zes (18
procent) wil geen inenting tegen corona.
Een kwart (23
procent) weet het nog niet.
Wie zijn deze voor-
en tegenstanders en wat betekent deze uitkomst voor een toekomstige
groepsimmuniteit?
Vaccinatie is bevrijding
Voorstanders van
vaccinatie willen graag terug naar 'het oude normaal', zonder
vrijheidsbeperkingen en angst voor corona.
Veel deelnemers
hopen dat de verspreiding van het virus zal stoppen door groepsimmuniteit.
Ze laten zich daarom
graag inenten, voor zichzelf, maar ook voor ouderen en kwetsbaren, zodat
iedereen het leven van voor corona weer kan oppakken.
Een ondervraagde
schrijft: "Mijn ouders zijn diabetici en ik zou het vreselijk vinden als
zij door mij, of iemand anders die niet gevaccineerd is, ziek zouden worden.
Ik vind het
eigenlijk vanzelfsprekend."
Ook mensen die zelf
in een risicogroep vallen, zijn meestal vòòr vaccinatie:
"Ik kan mij al
maanden niet vrij bewegen en mijn werk doen.
Vaccinatie zal een bevrijding voor mij zijn!"
Dat geldt ook voor
ouderen: van de 55-plussers wil bijna driekwart (72 procent) graag een inenting
halen.
Lees ook
Als het coronavaccin er is, wie krijgt het dan als eerste? De
wereld wacht er met smart op
'Ik wil geen proefkonijn zijn'
Toch is 41 procent
(nog) niet overtuigd van de noodzaak van vaccinatie tegen corona.
Zij vinden het
moeilijk te geloven dat een vaccin dat op korte termijn beschikbaar komt
voldoende veilig is.
De angst voor
bijwerkingen op korte en lange termijn is groot.
Normaal duurt de
ontwikkeling van een goed vaccin vele jaren.
Zo'n coronavaccin
wordt in elkaar geflanst.
Ik heb geen zin om
voor proefkonijn te spelen", zegt een ondervraagde.
Veel deelnemers zien
liever dat er geld gestoken wordt in het ontwikkelen van een medicijn voor
coronapatiënten, in plaats van een vaccin voor de hele bevolking.
Anderen vragen zich af of een vaccin wèl zin heeft.
Zij zijn bang dat
het coronavirus alweer gemuteerd is tegen de tijd dat het eerste vaccin beschikbaar
is.
Geen risico lopen
Jongere mensen
voelen minder de behoefte om zich te laten vaccineren dan oudere.
Van de groep tot 55
jaar wil de helft (50 procent) een inenting tegen corona.
De andere helft wil
dat niet (23 procent) of twijfelt (26 procent).
Zij zijn over het
algemeen niet zo bang voor het coronavirus, daarom lopen ze liever geen risico
op mogelijke bijwerkingen van een vaccin.
Een jongere
deelnemer schrijft: "Ik ben jong en gezond.
Het probleem van
corona is voor mij minimaal.
Maar bij zo'n vaccin
denk ik dat het middel erger is dan de kwaal."
Onder de twijfelaars
zijn ook veel ouders van kinderen tot 18 jaar.
Ook zij zijn wat
terughoudender als het om een corona-inenting gaat: 45 procent is hiertoe
bereid.
Een relatief grote
groep ouders vindt zo'n prik, zowel voor zichzelf als voor hun kinderen, niet
nodig (28 procent).
Onder hen bevinden
zich ook ouders die kritisch staan tegenover vaccineren in het algemeen.
"Omdat ik bang
ben dat mijn kinderen weer zo ziek worden, dat ze dagenlang met 40 plus graden
koorts liggen", zegt een moeder.
Groepsimmuniteit?
Zes van de tien
deelnemers (59 procent) wil zich dus wél laten vaccineren.
Wat betekent dit
voor een toekomstige groepsimmuniteit?
We vroegen het
epidemioloog Patricia Bruijning.
Volgens haar zijn we
hiermee op de goede weg, omdat je het coronavirus kunt stoppen wanneer tussen
de 60 en 70 procent van de bevolking gevaccineerd is.
Dat is lager dan
bijvoorbeeld bij de mazelen, waar wordt gestreefd naar een vaccinatiegraad van
zo'n 95 procent.
Bron:
vrijdag 29 januari 2021