Wie kwamen vroeger allemaal langs de deur
Beeld: Getty Images | Isabelle Kaper | Gewijzigd op:
01-11-2021
Kunt u het zich nog
herinneren?
Vroeger kwam voor
bijna iedere benodigdheid wel iemand langs.
De deurbel klingelde
de hele week door.
Wie kwamen er
vroeger allemaal aan de deur?
De Voddenboer
Vroeger kwam de
voddenboer langs om je van je oude textiel af te helpen.
Hij berekende de
prijs per kilo en woog de stoffen in een jute zak aan een weeghaak.
De herbruikbare
kledingstukken verkocht hij door op straat en de onverkoopbare stoffen verkocht
hij voor de fabricage van papier en poetsdoeken.
Het werk leverde
steeds minder op, waardoor de voddenboer in de jaren zeventig uit het
straatbeeld verdween.
De Meteropnemer
Hing er bij u vroeger
thuis ook nog een muntmeter?
Daar moest je voor
elektriciteit - of gas speciale muntjes in gooien.
Deze penningen haalde
je bij de kruidenier.
Je moest wel op tijd
een nieuw muntje inwerpen, anders moest je 's avonds op de tast naar de meterkast.
En dat gold ook voor
de gasmeter.
De meteropnemer kwam
elke maand de muntjes incasseren.
Sommige mensen
gooiden valse muntjes in de meter om geld te besparen.
Wie door de
meteropnemer werd betrapt, moest bijbetalen.
De Schillenboer
Tegenwoordig neemt
de vuilniswagen onze groente-en fruitafval mee, maar
vroeger was het de schillenboer die dat met een kar kwam halen.
Soms gebruikte hij een ratel waardoor je hem al van ver
kon horen aankomen.
Houten Ratel
Hij was zelf vaak
een veehoudende boer die de opgehaalde 'schillen' aan zijn dieren voerde.
Ook verkocht hij de
schillen door aan andere boeren.
Mede door de
introductie van de gft-bak werd de schillenboer eind
twintigste eeuw verleden tijd.
De Scharenslijper
Eeuwenlang liep de
scharenslijper met een kar langs de deuren om mensen hun messen, scharen of
schaatsen te slijpen.
Hij gebruikte
daarvoor een slijpsteen die op de kar bevestigd zat.
Scharenslijpers
waren vaak woonwagenbewoners die van dorp naar dorp trokken om hun diensten aan
te bieden.
Door de introductie
van onderhoudsvrije en roestvrijstalen messen en scharen werd de scharenslijper
overbodig en verdween hij in de jaren tachtig uit onze straten.
De Melkboer
Met Mechanische Hond van ILO ▲
Tot in de jaren
zestig kwam de melkboer regelmatig met verse zuivel langs de deur.
Eerst met paard en
wagen of een bakfiets met bussen melk erop, later met een elektrische melkkar.
De melkboer werd
eerst vervangen door supermarktbusjes van de SRV en verdween uiteindelijk vaak
door concurrentie van supermarkten uit het straatbeeld.
Sommige melkmannen
pasten zich aan de modernisering aan.
Zo opende melkman Dirk van den Broek in 1953 de
eerste supermarkt van Nederland.
Velen kunnen ze zich nog
herinneren: de melkboer, scharenslijper, muntmeter, vodden- en schillenboer.
Voor bijna elke benodigdheid
kwam er vroeger wel iemand aan de deur.
De Olieman
Vroeger was in Nederland olie de bron van onze
energievoorziening.
Bij veel mensen werden fornuizen en kachels gestookt
op olie en brandden de lampen nog op petroleum.
De olieman bezocht hen met een kannetje petroleum en
bracht daarmee licht en warmte aan huis.
In weer en wind trok hij door de straten met een kar,
waarop olievaten lagen.
Later gebruikte hij auto's en tankwagens.
Na de ontdekking van het aardgasveld in Slochteren werd Nederland in jaren zestig en zeventig
aangesloten op het aardgasnetwerk.
De olieman kwam mede daardoor niet meer langs.
De Kolenboer
Deze man ging vroeger met paard en wagen, en later met
een vrachtwagen, de straten af om huishoudens van kolen te voorzien.
Hij verkocht de kolen per mud, gelijk aan zes zakken,
die hij binnen in de kelder of het kolenhok kwam leggen.
Hij sjouwde met zakken die gemiddeld wel 35 kilo
wogen.
Net als de olieman werd ook de kolenboer door de
introductie van aardgas overbodig.
Hij verdween daardoor in de jaren zestig uit het
straatbeeld.
De IJscoman
Het klingelen van een bel was voor veel kinderen hét
teken om met een muntje de straat op te rennen.
Daar stond de ijsverkoper bij zijn witte kar aan een
bel te trekken.
Een ijsje heette toen nog een ijsco en was eigenlijk
een ijswafel.
Daarbij was het de bedrijfsnaam van de ijscompagnie.
IJs had je toen nog maar in een beperkt aantal smaken,
zoals vanille.
Die kon je in een hoorntje of bekertje krijgen en
kostte rond de tien cent.
Overige beroepen
Naast de eerder genoemde beroepen passeerden ook nog
veel anderen de voordeur.
Zo kwam na de kerst vaak de velleman
buurten om hazen- en konijnenvellen op te kopen.
Over zijn schouder hing vaak een stok waaraan eerder
verkregen vellen hingen.
De Velleman
De Bloemenman
De Hoedenverkoper
De Bakker
Verder leverde de bakker vroeger brood aan huis.
Hij schreef de inkopen in een boekje en rekende één
keer per week af.
De Groenteboer
De Slager
De Kruidenier
De Kaasboer
De Visboer
Het thuisbezorgen door winkels is een tijd opgehouden,
maar tegenwoordig maakt dit een terugkomst en leveren veel bakkers, slagers,
groentemannen, supermarkten opnieuw aan huis.
Bron: Internet
woensdag 3
november 2021